Juf Annet
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t)

 

Weet je nog?

 

enkelvoud

 

ik                         -   ik vorm

jij.je, u                  -  ik vorm +    

hij, zij, ze het         -  ik vorm + t        

 

meervoud

 

wij, we                - hele werkwoord

jullie                    - hele werkwoord

zij, ze                  - hele werkwoord

 

uitzonderingen

 

gebiedende wijs  - alleen ik vorm

voorbeelden:

Haal eens een doekje!

Werk eens door!

 

als je/jij er achter staat dan gebruik je alleen de ik vorm.

voorbeelden:

Leen jij wel eens geld?

Daar word je ziek van.

 

maar: Leent je moeder wel eens jouw fiets?

 

(Advertentie)
(Advertentie)

Onvoltooid verleden tijd (o.v.t)

zwakke werkwoorden
Is de laatste letter van de ik vorm de
t,k,f,s,ch of p ('t kofschip)?
enkelevoud  => ik vorm + te
meervoud    => ik vorm + ten
voorbeelden:
* rusten    => rust     => ik rustte
*pakken   => pak     => wij pakten

Is de laatste letter van de ik vorm een andere letter dan t,k,f,s,ch of p ('t kofschip)?
enkelvoud   =>  ik vorm + de
meervoud    => ik vorm + den
voorbeeldden
* antwoorden  => antwoord => hij antwoordde
* wandelen     => wandel    => wij wandelden

Let op! eindigt de ik vorm op een t of d, dan krijg je tt of dd in de verleden tijd.

Sterke werkwoorden

De klank verandert in de verleden tijd. Schrij het woord zoals je het hoort.
Voorbeelden:
lopen    => liep/liepen
fluiten   => floot/ floten



 

(Advertentie)
(Advertentie)

Voltooide tijd

Bij de voltooide tijd heb je een voltooid deelwoord nodig en een hulpwerkwoord. Hulpwerkwoorden voor de voltooide tijd zijn: hebben, zijn of worden.

Voorbeelden:
Ik heb gewandeld            
=> hulpww.: hebben
Hij is gevlucht                  
=> hulpww: zijn
De taart wordt gebakken  
=> hulpww: worden

een voltooid deelwoord kan eindigen op t,d,of op en

Zwakke werkwoorden
Ook bij de voltooide tijd maak je gebruik van de letters uit 't kofschip.

voorbeelden:
* kloppen     => geklopt
* blaffen      => geblaft

* wandelen   => gewandeld
* zoenen      => gezoend
*verven        => geverfd
* reizen        =< gereisd

Sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van veel sterkke werkwoorden eindigt op en, Je schrijft het woord zoals je het hoort.
Voorbeelden:
* lopen      => gelopen
*klimmen  => geklommen

(Advertentie)